Sunday, December 01, 2024
In de rechtspraak komt regelmatig de vraag naar voren of de ondernemingsraad (OR) instemmingsrecht heeft bij het wijzigen van een bonusregeling. Dit speelt ook in de zaak van de OR van PPD, waar een wijziging van de bonusregeling voor opschudding zorgde. Dit artikel legt uit wat de kern van het geschil was en hoe de rechter hierover oordeelde.
Volgens de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) heeft de OR in sommige gevallen instemmingsrecht bij wijzigingen in regelingen voor werknemers. De vraag is vaak of de wijziging gaat over het systeem van toekenning, zoals criteria voor de bonus, of alleen over de hoogte van de bonus. Gaat het om de hoogte, dan geldt het meestal als een wijziging in de primaire arbeidsvoorwaarde en is er geen instemmingsrecht nodig. Gaat het om de toekenningscriteria of de doelgroep van de regeling, dan is het instemmingsrecht wél van toepassing.
Bij PPD kregen werknemers vanaf schaal 8 een bonus onder het zogenaamde Long Term Incentive Plan (LTI). Eerst werd de bonus in geld uitbetaald, later in opties op aandelen toen PPD beursgenoteerd werd. Na een overname ging PPD echter van de beurs en konden er geen aandelenopties meer worden uitgekeerd. De bonus kwam nu via de nieuwe moedermaatschappij, maar de criteria voor het ontvangen van de bonus veranderden. Individuele prestaties en de financiële situatie werden ineens belangrijker.
De OR van PPD was het niet eens met deze wijzigingen en stapte naar de rechter. Deze gaf de OR gelijk, omdat de doelgroep en de toekenningscriteria waren veranderd. Volgens de rechter viel de wijziging daarom onder het instemmingsrecht van de WOR. De rechter oordeelde ook dat de wijziging niet ging over het basissalaris, wat volgens de rechter betekent dat het geen primaire arbeidsvoorwaarde raakte. Toch blijft de vraag of de hoogte van de bonus niet wél als primaire arbeidsvoorwaarde kan worden gezien.
PPD probeerde zich te verdedigen door te stellen dat de beslissing door de moedermaatschappij was genomen, en dat de OR van PPD daarom geen instemmingsrecht had. De rechter wees dit argument af. Een Nederlandse dochteronderneming met een OR kan zich niet verbergen achter een buitenlandse moeder zonder OR.
Hoewel de OR gelijk kreeg, was er een praktisch probleem: de oude bonusregeling kon niet meer uitgevoerd worden, omdat er geen aandelenopties meer waren uit te keren. De rechter oordeelde daarom dat PPD in overleg met de OR een nieuwe bonusregeling moest opstellen.
De zaak bij PPD laat zien hoe belangrijk het is dat een ondernemingsraad betrokken wordt bij wijzigingen in bonusregelingen. Vooral wanneer de toekenningscriteria veranderen, heeft de OR instemmingsrecht. Dit benadrukt het belang van goede communicatie en samenwerking tussen OR en werkgever.
Meer weten? Schakel ons in!
Oprichter, advocaat en CEO bij Het Team Juridische Zaken
Vroeger wachtte ik tot een ondernemer bij mij kwam. Dat waren hij en ik bijna eigenlijk altijd te laat om gedoe te voorkomen.
Als ik dan vroeg waarom hij niet even eerder had gebeld dan hoorde ik altijd hetzelfde antwoord: ja dan gaat de meter meteen lopen en jij bent zo duur. En als ik dan doorvroeg, dan bleek dat hij eigenlijk dacht dat je een advocaat alleen maar inschakelt als je een conflict hebt.
Onzin!
Een probleem oplossen kost veel meer dan een probleem voorkomen.
Dus als je een advocaat je laat helpen om gedoe te voorkomen kost hij veel minder en levert hij veel meer op.
Daarom helpen wij ondernemers met ons stappenplan om hun bedrijf juridisch bulletproof te maken zodat zij meer geld, tijd en energie overhouden en een sterker bedrijf.
You just read about this...
Super excited about this product? We are, too! We just wrote this whole blog post that mentions it.
Ready to buy it? Get access to the Product here:
Pagina's
Social